Handhaven koude keten

De vaccins worden ‘actief gekoeld’ afgeleverd. Dat wil zeggen dat de vaccins in een koelwagen worden vervoerd. Het is belangrijk voor de kwaliteit van de vaccins dat de vaccins na levering zo snel mogelijk, uiterlijk binnen 1 uur na levering, in de originele verpakking in de koelkast worden geplaatst. In dat uur moeten de vaccins in een ruimte/omgeving staan met een temperatuur tussen de 2 en 21°C. Bij onderbreking van de koude keten kunnen de vaccins minder lang houdbaar en minder werkzaam zijn. Er worden bij de vaccins geen koeldozen en geen koelelementen geleverd.
Bewaar vaccins continu koel tussen de 2°C en 8°C.

Om de koude keten te handhaven dient u binnen uw organisatie aan een aantal maatregelen te voldoen. Deze zijn:

  • Dat personeel op de levertijd beschikbaar is om de vaccins in de koelkast te plaatsen.
  • Het is belangrijk voor de kwaliteit van de vaccins dat de vaccins na levering zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 1 uur in de originele verpakking in de koelkast worden geplaatst. In dat uur moeten de vaccins in een ruimte/omgeving staan met een temperatuur tussen de 2°C en 21°C.
  • Bewaar de griep- en pneumokokkenvaccins continu koel: tussen de 2°C en 8°C. Bij onderbreking van de koude keten kunnen de vaccins minder lang houdbaar en minder werkzaam zijn.
  • Het pneumokokkenvaccin is nog gevoeliger voor temperatuurschommelingen dan het griepvaccin, omdat het een minder stabiel vaccin is. De kwaliteitseisen voor de opslag van de pneumokokkenvaccins zijn aangescherpt om te borgen dat vaccins onder de juiste condities worden bewaard.
  • De vaccins mogen niet uit de verpakking gehaald worden.
  • Zorg ervoor dat er voldoende koelcapaciteit is voor alle vaccins.
  • Mocht u de vaccins zelf willen vervoeren, zorg dan voor een passende wijze van (gekoeld) transport. De mee te nemen vaccins kunt u transporteren in een geïsoleerde, goed afgesloten koeldoos/box. U plaatst de vaccins in de box en legt daar bovenop een of twee bevroren koelelementen (afhankelijk van de grootte van de doos en de hoeveelheid vaccins).
    Belangrijk: Om bevriezing van de vaccins te voorkómen, zorgt u er met behulp van een afscheiding (bijvoorbeeld een stuk karton of piepschuim) voor dat de vaccins niet rechtstreeks tegen het bevroren koelelement liggen.
  • Haal de vaccins zo kort mogelijk voor het transport uit de koeling om ze te verpakken, houd de transporttijd zo kort mogelijk en plaats de vaccins na ontvangst op het depot weer direct in een gecontroleerde koelkast tussen 2°C en 8°C. Optimaal is 5°C. RIVM adviseert om bij meerdere depots steeds rechtstreeks naar elk adres toe te rijden in plaats van meerdere adressen in één ronde af te leveren. Op bovenstaande manier kunt u de koude keten zo goed mogelijk handhaven. Als u voorziet dat u de vaccins niet op de juiste manier kunt transporteren, neemt u dan contact op met SNPG. Er kan dan gezamenlijk worden gezocht naar een oplossing dat voor uw situatie passend is.
  • Indien de vaccins beneden de 2 graden zijn bewaard, dient u te allen tijde het meldingsformulier onderbroken koude keten in te vullen.
  • Indien de vaccins langer dan 2 uur boven de 8°C zijn bewaard of ongeacht de tijdsduur boven de 21°C zijn bewaard dient u een meldingsformulier onderbroken koude keten in te vullen. Er wordt zo snel mogelijk contact met u opgenomen om tot een oplossing te komen.